‘Vergunningen en geld, daar gaat het om’
Alle tien de drinkwaterbedrijven hebben voor 2030 extra productiecapaciteit nodig. Hoe gaan zij om met de juridische en bestuurlijke obstakels die ze hierbij tegenkomen? En wat is de rol van het Rijk hierbij? Een rondetafelgesprek tussen directeuren en politici.
Voor Dunea is dit een feestelijk jaar. Het drinkwaterbedrijf dat ons vandaag in het Haagse Dudok voorziet van water uit de kraan bestaat 150 jaar. Maar, vraagt gespreksleider Splinter Chabot aan directeur Wim Drossaert, hoe feestelijk is dit jaar eigenlijk als we kijken naar alle uitdagingen waar de sector voor staat?
“Het is een feest met een aardige kater”, reageert Drossaert. “Na 150 jaar zijn we nog steeds op zoek naar water. En het grote probleem is dat we dat nog niet als een groot genoeg probleem zien. Terwijl met drinkwater hetzelfde dreigt te gebeuren als met elektriciteit.”
Het is een feest met een aardige kater
Zorgplicht
We hoeven ons dus nu nog geen zorgen te maken over of er morgen water uit de kraan komt. En in de toekomst hoeft dat ook niet, stelt Rob van Dongen van Brabant Water ons gerust. “Wij hebben een leveringsplicht. Er moet altijd water uit de kraan blijven komen. Maar om aan die plicht te kunnen voldoen moet ik soms meer water uit de grond halen dan volgens de vergunning mag. En dat is waar het wringt.”
In Noord-Brabant komt bijvoorbeeld de operationele reserve van tien procent al geregeld in het nauw. Die reserve is er voor gevallen van nood: als er bijvoorbeeld in een droge zomer een transportleiding knapt, kan er op die reserve een beroep worden gedaan. Van Dongen: “Maar nu produceren we al geregeld in die reserve.”
Wat daarbij niet helpt is de rechtszaak die een natuurorganisatie in Brabant aanspande. Daardoor zou Brabant Water in de toekomst 20 tot 25 procent minder water kunnen oppompen in natuurgebied Rechterheide. Zo’n 3,3 miljoen kuub. Van Dongen: “Terwijl we hebben aangetoond dat de effecten van winning marginaal zijn. Deze situatie tekent de belangendiscussie waarin we terecht zijn gekomen: we staan tegenover natuurorganisaties, soms ook tegenover de provincie, terwijl we elkaar keihard nodig hebben.”
Wim Drossaert
directeur Dunea
Rob van Dongen
directeur Brabant Water
Natuurbeschermers
Voor Vewin-directeur Hans de Groene is dit een herkenbaar verhaal. "Alle tien de drinkwaterbedrijven lopen tegen dit soort problemen aan. Terwijl die bedrijven samen ook een grote natuurbeheerder van Nederland zijn. Goede natuur beschermt immers ook de waterbron. Het is een verkeerde tegenstelling, wij tegenover die natuurbeschermers. Daar moeten we uit. Het grote probleem in ons land is niet een tekort aan water, maar een tekort aan mogelijkheden om van al dat water drinkwater te kunnen maken. Vergunningen en geld, daar gaat het om.”
Het grote probleem in ons land is niet een tekort aan water, maar een tekort aan mogelijkheden om van al dat water drinkwater te kunnen maken.
Arjan Driesprong is nog maar een paar maanden directeur van drinkwaterbedrijf Oasen. Met zijn juridische achtergrond sloeg hij eerst de wet er maar eens op na. “In artikel 2 van die wet staat dat de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening een dwingende reden van groot openbaar belang is. Dat is cruciaal, maar dat zie ik niet terug in de praktijk waar we plannen heel makkelijk steeds weer met een jaar opschuiven, omdat we als drinkwaterbedrijf met een publieke taak afhankelijk zijn van Jan en alleman. Wij moeten daarom overheden blijven aanspreken en uitleggen dat we geen energiecrisis 2.0 willen.”
Maar hoe doen we dat dan op de goede manier? SP-senator Lies van Aelst wijt het aan een gebrek aan gevoelde urgentie. “De druk op de stroomvoorziening zagen we ook al lang aankomen en dan opeens is er een crisis." Voor het drinkwater wordt die urgentie nog te weinig gevoeld. Vewin was onlangs voor een deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer en dat helpt in de bewustwording, maar ik merk dat partijen aan de rechterzijde nog niet in actie komen. De partijen die aan de macht zijn, kiezen als het erom gaat voor bedrijvigheid of ze schuiven de keuze voor zich uit met nog maar een onderzoek, een werkgroep of een post-it-sessie.” Drossaert van Dunea herkent dat wel. “We moeten daarom goed blijven uitleggen wat er gebeurt. Het concreet maken. Want als er iets dichtbij gebeurt, dan gaat die actiemodus wel aan.”
Moedig voorwaarts
De gesprekken met de politiek om het onderwerp te agenderen zijn belangrijk. Daarnaast is de sector volop aan het innoveren. Zo opent Brabant Water binnenkort een pilotfabriek waar brak water wordt gezuiverd en hoopt het bedrijf in 2030 ook meer dan tien miljoen kuub zeewater te kunnen zuiveren.
Moedig voorwaarts, dat lijkt het hoopgevende motto van de drinkwaterbedrijven. Drossaert: “We weten heel vaak heel goed wat we moeten doen. We hebben alleen meer ruimte nodig van de politiek.”
Lies van Aelst
SP-senator
Hans de Groene
directeur Vewin
Arjan Driesprong
directeur Oasen